0182374558 info@neeft.com

De omgeving van onze voorouders

Zoals aangegeven woonde en woont een groot deel van de familie Neeft in de Noord Hollandse omgeving van Uitgeest, Krommenie, Assendelft.  En blijken de gemeenschappelijke familie’roots‘ te liggen in Egmond aan Zee. Daarom op deze site bijzondere aandacht voor deze omgeving.

Net als tegenwoordig is de omgeving van Egmond tot Krommenie aan sterke landschappelijke en cultuurtechnische veranderingen onderhevig. De invloed van de zee,die nu rondom Krommenie en ‘de Busch’zo ver weg lijkt, was voor onze voorouders een alledaags gegevens.
Zeeschepen waren in staat om vanuit het Wijkermeer door te varen via het Uitgeestermeer tot bij Alkmaar. Het afdammen van deze verbinding, de Crommenij in 1357’ was nog maar het allereerste begin van de enorme landschappelijke veranderingen die onze voorouders hebben ervaren..

Schermafdruk 2016-03-25 21.48.49

Er is een leuke beschrijving van de Noord Hollandse geografie van omstreeks 1750. Onderstaande tekst is een weergave daaruit,

Egmond is in de 10e en 11e eeuw ontstaan rond het in 950 gestichte nonnen (later Benedictijner) klooster. Rond 1350 wordt het dorp Egmond genoemd.
In de 12 eeuw groeide de hoeve even ten noorden van de abdij uit tot een slot en rond 1200 noemden de eigenaren zich Van Egmond. In de 15e eeuw werd hun gebied tot Graafschap verheven. De graven van Egmond behoorden tot de hoogste Nederlandse edelen, en hadden veel macht in Holland.

Assendelft. De ambachtsheerlijkheid werd in 1304 voor het eerst beleend aan Jan van Beaumont, de jongere broer van Willem IV van Holland-Henegouwen. Behalve de ambachtsheerlijkheid verkreeg hij tevens Beverwijk, Wijk aan Duin en Wijk aan Zee. In 1391 ging het baljuwschap over aan de familie Bloys (een tak van de Châtillon-familie) en in 1397 aan Holland.
De eerste ambachtsheer van Assendelft, ene Gerrit, is bekend uit 1332.

KROMMENIE en KROMMENIEDIJK vormen tezamen een ambachtsheerljkheid, waarvan de oostgrens de Nauernase vaart is. Ten zuiden grenst het ambacht aan Assendelft, ten westen aan het water de Krommenie en ten noorden aan Krommeniedijk. De in­woners zijn voor een groot deel zeer vermogend, doch het aan­tal ingezetenen en huizen is gering. De oppervlakte bedraagt bijna 450 morgen. De naam van het ambacht is afgeleid van dat van het water de Krommenie of Kromme IJ, dat oudtijds het Wijkermeer verbond met de binnenmeren. Zelfs zeeschepen konden door dit water in het hart van Noord-Holland komen. Ingevolge een grafelijke handvest van 1357 werd de Krommenie door een dijk afgesloten.
Krommenie en Krommeniedijk zijn zeer belangrijke en grote dorpen. Het aantal huizen bedroeg in het jaar 1597 te Krommenie 164 en te Krommeniedijk 118. In 1632 stonden in de beide dorpen tezamen 406 huizen. Te Krommenie waren in 1732 510 huizen, als­mede een aantal molens, en te Krommeniedijk 135 huizen. Er woon­den in 1739 in Krommenie 608 huisgezinnen of 2424 mensen in 503 woonhuizen. Van het voornoemde aantal inwoners waren 2400 gereformeerd, 629 roomsgezind en 395 doopsgezind. Een andere telling, uit het jaar 1749, geeft als resultaat een aantal van 612 huizen en 15 molens onder Krommenie en Krommeniedijk. Het inwoneraantal van de beide dorpen bedroeg in het jaar 1742 2381.

KROMMENIE loopt van noord naar zuid met een rechte straat tot het ambacht Assendelft, waar het aan vastgebouwd is, en heeft een Lengte van ongeveer 600 roeden. Bovendien zijn in dit dorp drie bebouwde zijpaden in de richting van de Nauernase vaart. Midden door de voornoemde rechte straat loopt een weg van zes voeten breed, die de Heerenweg wordt genoemd. De huizen aan beide zijden van deze weg moeten twaalf voeten daar van verwijderd staan, Er mag op deze met klinkers bestrate weg niet met rijtuigen worden gereden, noch met paard onder den man. Op 22 juli 1702 ontstond door hooibroei een felle brand alhier, waardoor in twee uren tijd 38 woonhuizen en andere gebouwen, alsmede de doopsgezinde kerk, in de as werden gelegd. De schade werd begroot op circa 200.000 gulden, De verbrande huizen zijn in korte tijd mooier herbouwd. Ook geldt dit voor de kerk der doopsge­zinden, die in het jaar 1703 keurig in hout werd herbouwd. De gereformeerde kerk was reeds in 1657 herbouwd en vergroot Ten dele werd hierbij gebruik gemaakt van het oude fundament. Op een steen leest men: Dirk Pieters Wessanen, kerkmeester Jan Pieters de Jong. Selden tijt sonder strijt 1657. Het raadhuis werd in 1706 gebouwd en het schoolhuis in 1703, de dorpswaag in 1707 en de pastorie in 1719. Het weeshuis werd in 1743 geheel her­bouwd De doopsgezinden bezitten hier ook een weeshuis, dat in 1741 werd gebouwd. De r.k. statie wordt bediend door een priester der Jansenisten. 

KROMMENIEDIJK ligt ten dele aan het water de Krommenie. Van daar loopt het dorp in oostelijke richting tot dichtbij Krom­menie. Ten zuiden van het dorp staat de kerk. Het gebouw is oud en werd tijdens de Tachtigjarige Oorlog zwaar beschadigd. Van het koor staan slechts een paar steenbrokken overeind. De r.k. statie wordt bediend door een wereldlijk priester. De doopsge­zinde gemeente heeft ook een eigen vergaderplaats. De bewoners van de bovengenoemde dorpen verdienen hun geld merendeels in de rederij van zeildoek, die de hoofdnering is. Voor­al voor Krommenie geldt het laatste, waar men niet lang na het jaar 1600 met het maken daarvan begonnen is. Men heeft ons mede gedeeld, dat ook in Uitgeest, Wormer, Marken-binnen, Westzaan en Assendelft de zeildoekrederij bestaat en verder nergens anders in de Zeven Provincie~n. Wij menen echter, dat ook in Haastrecht zeildoek wordt gemaakt en verhandeld. Volgens een berekening uit 1731 werd in dat jaar te Krommenie, Westzaan, Wormer en Uitgeest circa 60.000 rollen zeildoek gemaakt. Daarvan leverde Krommenie de helft. Het zwaarste en beste zeildoek wordt in deze streek gemaakt van de fijnste hennep, de zogenaamde gelling, die in de Alblasser en Krimpenerwaard groeit. De gel­ling is veel beter van kwaliteit dan de Moskovische, waarvan minder goed kabels en ander touw, dat geteerd moet worden, ge­slagen kan worden. Door de grote aanvoer van Moskovisch zeildoek is de zeildoekrederij in verscheidene dorpen sterk benadeeld en derhalve vervallen. Bovendien wordt in Engeland sedert het jaar 1736 een nieuwe belasting geheven op ingevoerd zeildoek. Enige jaren geleden berekende men nog te Krommenie, dat jaar­lijks aldaar 28000 rollen zeildoek van leder 50 el werden gemaakt. Thans ligt dit getal niet hoger dan 20000 tot 23000 rollen. Alle rol­len moeten door een beëdigd meter gemeten worden.

Krommenie en Krommeniedijk worden geregeerd door een schout en drie schepenen   2 uit Krommenie en 1 uit Krommenie­dijk   een zes vroedsmannen. Uit dit college worden jaarlijks de schepenen gekozen. De aftredende schepenen gaan over naar de vroedschap. Tevoren leggen zij bun rekeningen van de polders en het dorp over. De polderrekening wordt afgehoord door zes van de voornaamste eigenaars van landerijen. De rekening van de dorpsonkosten wordt nagezien door enige inwoners, die het hoogst zijn aangeslagen in het burgerschot. De afgaande schepenen kiezen deze personen gewoonlijk uit de roomsen en doopsgezinden. De schepenen doen ook rekening van het bewind van de ambachts­heerlijkheid. Krommenie en Krommeniedijk zijn op 18 juni 1729, ondanks het protest van de regering, die zich beriep op een privilege van 1455, waarin Philips de Goede beloofde Krommenie nooit in leen of eigendom uit te geven, als ambachtsheerlijkheid verkocht voor 25000 gulden aan de regenten van Krommenie. De bewoners van Krommeniedijk hadden tevoren verklaard geen deel in de koop te willen hebben. Hierdoor behoort Krommeniedijk ten opzichte der ambachtsheerlijkheid onder Krommenie. Voor het graven van de Nauernase vaart in de jaren 1633 en 1634 waren de bannen van Krommenie en Westzaan verenigd. Krommenie en Krommeniedijk droegen toen een vijfde bij in de dijklasten. Na de doorbraak bij Assendelft, dat onmachtig was de dijk te onderhouden en te herstellen, gelastten de Staten in 1718, dat de 2175 roeden lange dijk gemaakt moest worden. In Assendelft, Krommenie en Krommeniedijk moest een ieder, naar gelang zijn aantal morgentalen groot was, bijdragen in het herstel. De dijk staat onder bestuur van een dijkgraaf. een secretaris-penningmeester en vijf heemraden; 3 uit Assendelft en 2 uit Krommenie en Krommeniedijk. Bovendien betalen Krommenie en Krommeniedijk sedert 1718 in plaats van een vijfde een veertiende bij in de kosten van onderhoud van de Westzanerzeedijk, hetgeen in evenredigheid is met het beschermde land.

WESTZAAN is een zeer belangrijke ambachtsheerlijkheid, gelegen ten oosten en noordoosten aan de Zaan, en ten westen aan de Nauernase vaart. De omtrek van de rechtsban is zes uren gaans. De lengte van noord naar zuid is omtrent twee uren en de breedte, in het zuiden langs de zeedijk, een uur gaans. Volgens de verpondingkohieren van 1632 bedraagt de oppervlakte van dit ambacht ruim 1886 morgen. Het ambacht is in de loop der jaren meer bebouwd en bevolkt. Er stonden in 1632 slechts 889 huizen in de gehele ban en honderd jaar later 2894 huizen en 355 molens. Het aantal huishoudens be­droeg in 1732 3400, waarvan ruim 700 te Westzaan, 1500 te WestZaandam en circa 1200 te Koog, Zaandijk en Wormerveer thuis behoorden. Alle dorpen in deze ban zijn aanzienlijk, met name het hoofddorp Westzaan, alsmede de dorpen West-Zaandam, Koog1 Zaandijk, Wormerveer en de West-Knollendam. De laatste vijf dorpen zijn bijna alle aan elkander gebouwd. Alleen tussen Zaan­dijk en Wormerveer en het laatstgenoemde dorp en West-Knollendam zijn ruimten tussen de bebouwing te vinden. De huizen in West-Zaandam, Koog en Zaandijk staan met hun achtergevels in de richting van de Zaan. Te Wormerveer is dit juist andersom. De dorpen hebben vele taken gemeen, zoals de rechtbank, het burgerlijk bestuur, de weeskamer, het heemraadschap enz. De regenten kochten in 1729 de ambachtsheerlijkheid voor 300.000 gulden van de grafelijkheid. De regering van de gehele ban bestaat uit zeven schepenen, die tevens als burgemeesters en heem­raden optreden. Zij zitten met de schout over civiele zaken te recht. Voor de aankoop van de heerlijkheid werd dit college door één secretaris gediend doch daarna is een tweede functionaris aangesteld. Uitgezonderd West-Knollendam hebben alle dorpen zitting in het voornoemde regeringscollege. Het ene jaar worden drie en het andere vier schepenen uit Westkant gekozen. Ook worden drie achtereenvolgende jaren twee schepenen uit West­Zaandam en het vierde jaar een uit deze plaats benoemd. Een dergelijke verkiezing vindt tevens plaats voor Zaandijk en Wormerveer tezamen.

HEEMSKERK grenst ten noorden aan Castricum, ten noordoosten aan Uitgeest, ten oosten aan Assendelft, ten zuiden aan Wijk aan Duin enten westen aan de duinen. Volgens de verpondingskohieren bedraagt de oppervlakte ruim 1487 morgen. Er stonden in 1632 129 huizen en een eeuw later 177. Ook is er een lijst voorhanden die vermeldt, dat hier in 1732 slechts 125 huizen en 1 korenmolen stonden. De kerk is vervallen. Ten zuiden daarvan staat een oude kapel van de heren van Assumburg. Ook hebben zij hier een grafkelder en hun wapenborden zijn in de kerk opgehangen. Men vindt aldaar nog het steenwerk van het hoogaltaar en het graf der priesters die in de statie Heemskerk begraven zijn. een gebrandschilderd raam in de kapel van de kerk herinnert aan de beroemde kunstschilder en graveur Maarten van Veen van Heemskerk. Ook is hier de grafkelder van het huis Marquette. Op het kerkhof staat een stenen obelisk, die daar werd geplaatst door de voornoemde schilder voor zijn vader Jacob Willemsz, na diens overlijden op 6 september 1535.

De heerlijkheid Heemskerk was o.m. eigendom van de geslachten van Heemskerk, Van Assendelft, Van Renesse van der Aa, Van Renesse van Elderen enz. In 1694 verkocht Eustachius baron van Bronckhorst het ambacht aan Jean Deutz, vrijheer van Assendelft en Assumburg, schepen en raad der stad Amsterdam. Thans behoort het toe aan de weduwe van Jean Deutz, vrouwe Kornelia Maria Bors van Waveren. Zij stelt te Heemskerk een schout, vijf schepenen en een secretaris aan. Bij het omslaan der schilden werden in deze heerlijkheid onderscheiden de welgeborenen en huisluiden. De ban van heemskerk, die een omtrek heeft van vier uren gaans, is verdeeld in vijf buurten. Een der buurten is Noorddorp waar de postwagen van Haarlem op Alkmaar pleistert. Niet ver van daar is het zogenaamd Huldtoneel, waar de Hollandse graven als heren van Kennemerland werden gehuldigd. Deze plaats is eigendom van de heren van Marquette. In Heemskerk heeft, evenals in Limmen, nog een oud gebruik plaats, dat ban-ding wordt genoemd. Het is een burgerrecht dat naar men zegt door de graven van Holland aan de Kennemers werd toegestaan. De inwoners mogen op een bepaalde dag beschikken over een stuk grond, waar zij of hun gemachtigden, de Vierschaar in de open lucht spannen. Bij die gelegenheid worden de namen der inwoners opgelezen door de secretaris van het ambacht. Daarna vraagt de schout wie enige eis te stellen heeft. Indien een of meer lieden iets te eisen hebben, wordt terstond de zaak in behandeling genomen. Aan de uitspraak van het vonnis zijn geen kosten verbonden.

Tussen de ban van Heemskerk was oudtijds een doorvaart uit het Wijker- naar het Uitgeestermeer en verder naar Alkmaar, die de Krommenie werd genoemd. Met toestemming van graaf Willem V werd in deze vaart in 1357 een dam gelegd. Het bestuur van deze dam werd opgedragen aan de schout en drie heemraden van Akersloot, één heemraad uit Uitgeest, één van Wormer en twee van Graft. Sedertdien is het water allengs door het slib uit het Wijkermeer verland. In 1719 werd hier een dijk gelegd van de St. Aagtendijk in de ban van Wijk aan Duin tot de Assendelfterdijk.

Het beheer van deze dijk berust in handen van een dijkgraaf en vijf heemraden.

Uit: Holland in Vroeger Tijd 18e eeuwse beschrijvingen van steden en dorpen in Noord en Zuid Holland
Oorspronkelijke uitgegeven te Amsterdam in 1749 door Isaak Tirion, boekverkoper in de Klaverstraat. Opnieuw uitgebracht in 1963 door de Europese bibliotheek ’s-Gravenzande.

Schermafdruk 2016-03-25 21.49.22

‘T HOOGH-HEEMRAETSCHAP VAN DE UYTWATERENDE SLUYSEN IN KENNEMERLANT ENDE WEST-FRIESLANTT

Deze kaart van het hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland werd in 1680 vervaardigd door de landmeter Johannes Dou (1642-1682). De graveur Coenraet Decker (1651-1685) graveerde het kaartbeeld, terwijl Abraham Deur de letters sneed. Deze kaart is een typisch voorbeeld van Nederlandse waterschapskartografie. Om het in een diepe kom liggende Hollandse laagland tegen het water van zee en rivieren te beschermen, lagen er in West-Nederland een groot aantal waterschappen die ieder verantwoordelijk waren voor de waterstaatszorg in hun gebied. Om het waterbeheer zo efficiënt mogelijk te laten zijn, waren goede overzichtskaarten enorm belangrijk. Op deze kaarten werden vaak ook de wapenschilden van de bestuurders van het waterschap gegraveerd. Dat representatieve karakter was vaak erg belangrijk. Zo werd deze kaart van de Uitwaterende Sluizen in Kennemerland en West-Friesland in de loop van de 17de en 18de eeuw meerdere malen herdrukt. Het kaartbeeld bleef daarbij ongewijzigd, maar de wapens werden steeds veranderd. Afgaande op de wapenschilden kunnen we vaststellen dat de kaart tussen 1682 en 1683 werd gepubliceerd.
De kaart is getekend in een voor ons ongebruikelijke positie. Normaliter wordt tegenwoordig een kaart van boven aar beneden in Zuid – Noord richting geprojecteerd. Deze weergave is van west naar oost.